Theoretische achtergrond
CLIM, Coöperatief Leren In Multiculturele groepen, is een Vlaamse variant van Complex Instruction ontwikkeld door Elisabeth Cohen (Cohen E. , 1994). CLIM is een methodiek die ervoor zorgt dat de heterogene samenstelling van je klas een meerwaarde krijgt. Door middel van CLIM bevorder je een positief leerklimaat waarbij de leerling naast het inhoudelijke ook sociale vaardigheden wordt bijgebracht. CLIM is dus geen doel op zich.
CLIM kan worden opgedeeld in Coöperatief, Leren en Multiculturele groepen.
Het coöperatieve aspect staat voor het belang van interactie in de groep. Leerlingen worden hierdoor onderling afhankelijk van elkaar en worden zowel voor hun eigen bijdrage als voor het groepsproduct verantwoordelijk geacht. Door het aanbieden van een veilige leeromgeving wordt de groepsdynamiek bevorderd. De leerhouding van leerlingen kan dan weer bevorderd worden door in te gaan op de reeds aanwezige attitudes, kennis en vaardigheden van de leerlingen.
In CLIM wordt het leren en niet het lesgeven benadrukt. Cruciaal hierbij is dat alle (!) leerlingen actief participeren zodat kennisinhouden, vaardigheden en houdingen worden eigen gemaakt en toegepast worden in andere situaties. Als voorwaarde geldt dat de leerkracht als mediator in plaats van docent optreedt.
Multiculturaliteit en diversiteit worden bij CLIM onder een brede noemer geplaatst. Het gaat hier om de ontelbare verschillen, maar ook om de gelijkenissen tussen leerlingen. Door coöperatief te werk gaat met deze gelijkenissen en verschillen, probeert CLIM iedere leerling tot leren te brengen. Groepswerk kent het beste resultaat binnen heterogene groepen. Hieronder wordt een combinatie verstaan van verschillen in intelligentiedomeinen (sociaal, fysiek, verbaal, muzikaal, …) en verschillen in status.
1. De eerste stap: Een ‘climmig’ klasklimaat
Een goed groepswerk kan pas van start gaan als er een goed klasklimaat aanwezig is. Dit noemt CLIM een ‘climmig’ klasklimaat. Een ‘climmig’ klasklimaat wordt gezien als startpunt, maar blijft belangrijk om doorheen het schooljaar te bevorderen.
De vier basisprincipes om tot een ‘climmig’ klasklimaat te komen:
1. Werken aan ervaring met groepswerk
2. Zich aan de afspraken houden
3. Werken aan attitudes
4. Ervaring met rollen
Sommige leerkrachten zien er tegenop om hun leerlingen in groep te laten samenwerken. Werken in groep gaat dan ook niet elke leerling even goed af en kan soms leiden tot chaos. Toch moeten leerkrachten hierin doorzetten want: al doende leert men!
Daarnaast kan een goede samenwerking pas plaatsvinden wanneer iedereen weet wat er van hem of haar verwacht wordt. Wat is er bijgevolg nodig voor een goed groepsresultaat en positieve groepsdynamiek?
- Nagaan of anderen het werk begrijpen
- Luisteren
- Parafraseren
- Aanwijzingen opvolgen
- Waardering
- Actief luisteren
- …
Groepscohesie is een derde belangrijk aspect om een groepswerk in zijn opzet te doen slagen. In een klas waar het klasklimaat slecht is (geen zorg dragen voor elkaar, elkaar niet vertrouwen en/of waarderen,…), is het geen goed idee om meteen met de CLIM-methodiek te beginnen. Het is noodzakelijk dat de leerling eerst het perspectief van de ander apprecieert en erkent.
Werken aan attitudes bestaat uit vier essentiële elementen:
1. Iedereen kan iets, niemand kan alles
2. Je hebt het recht om hulp te vragen
3. Je hebt de plicht om hulp te bieden
4. Samen zijn we slimmer
In de workshop zijn we ingegaan op de laatste leuze ‘Samen zijn we slimmer’ door middel van een tekenopdracht. Zie bijlagen.
Tot slot biedt CLIM een doorschuifsysteem bestaande uit rollen aan om aan een positief klas- en leerklimaat te werken. Op die manier tracht er rekening gehouden te worden met meervoudige intelligentie die kan worden aangesproken doorheen de activiteiten.
Vooraleer je een rol kan opnemen, moet je exact weten wat welke rol inhoudt. Bij praktijkvoorbeelden staat een korte omschrijving voor elke rol.
Iedereen neemt elke rol eens op binnen de CLIM-lessen. De eerste rol die je toegewezen krijgt, is een rol die het beste aansluit bij je eigen kunnen, zodat je een voorbeeld kan vormen voor de ander.
2. Rol van de leerkracht
De rol van de leerkracht is hoofdzakelijk mediërend: de competentie van de leerkracht wordt aangesproken en zijn verwachtingen moeten worden bijgesteld. Door die houding aan te wenden, werkt de leerkracht aan (1) de ‘status’ van elk kind. Elk kind krijgt status in de groep en daardoor toegang tot (2) de interactie waarop leren gebaseerd is. Daarmee zijn de twee belangrijkste uitgangspunten van CLIM, met name ‘status’ en ‘interactie’, aangehaald.
3. Voor- en nadelen
Voordelen:
- Door middel van het doorschuifsysteem van de rollen komt ieder individu in de belangstelling te staan. Zo gaan we elkaar waarderen en voelt ieder van ons zich verantwoordelijk voor een bepaalde taak.
- In gewone groepswerken wordt interactie tussen de groepsleden wel aangehaald als zijnde belangrijk, maar betekent dit niet dat men logischerwijs tot een goeie samenwerking komt. Vaak zijn er personen die de leiding nemen en komen anderen niet aan het woord. Dit kan ervoor zorgen dat deze enkelingen zich niet competent genoeg voelen om het woord te nemen. Door het opnemen van een toegewezen rol, wordt je als groepslid onmisbaar en waardeer je zo meer elkaars bijdrage.
Nadelen:
- Tijdrovend
- Indien de groepjes aan eenzelfde opdracht werken is er een mogelijkheid dat het een productgericht proces wordt.
4. Randvoorwaarden
Vijf basisprincipes waaraan voldaan moet worden om echt over coöperatief groepswerk te spreken:
1. Er is een sfeer van positieve onderlinge afhankelijkheid
2. Er is interactie
3. De leerlingen zijn individueel verantwoordelijk voor de groepstaak
4. De sociale vaardigheden worden aangesproken
5. Er is aandacht voor het groepsproces.
5. Hoe, waar, wanneer te gebruiken
De CLIM-methodiek kan in alle inhoudelijke vakken worden toegepast.
Vakken zoals Wereldoriëntatie (lager onderwijs) of Cultuurwetenschappen of Geschiedenis (secundair onderwijs) zijn interessant. Toch is het aangeraden om steeds een ander vak te kiezen, zodat overbelasting vermeden wordt.
Referenties
Brattinga, E. (Red.). ( 2011). Curieuzeneuzen 2: Algemene handleiding. Berchem: Uitgeverij De Boeck.
Paelman, F. (2004). CLIM-wijzer voor het secundair onderwijs. Antwerpen: Uitgeverij De Boeck
Uitgeverij De Boeck. ( 2006). CLIM : coöperatief leren in multiculturele groepen – informatiebundel, [Brochure]. Retrieved from http://hoger.deboeck.com/resource/extra/9789045516578/CLIM_leaflet_2006__2_.pdf
Indien u de informatie wilt afdrukken, klik dan op onderstaande pdf:
clim-informatie.pdf | |
File Size: | 3198 kb |
File Type: |